Op social media verscheen ineens het artikel in AD de Dordtenaar: ‘Kettingzaag maakt einde aan discussie over honderd jaar oude moerascipres’ (André Oerlemans, 03-03-2020). Dan krab je toch even achter je oren. Hoe zat het ook alweer? Was er niet verzocht – ik meen door GroenLinks – nog geen onomkeerbare stappen te zetten?
Het was niet Van Pelt die de kapvergunning aanvroeg, dat was de gemeente. De reden was dat de grond onder en rondom de oude moerascipres verontreinigd is. De gemeente is eigenaar van de panden rond de plek waar de boom stond en moet de grond saneren voordat ze verkocht kunnen worden. Het is dus te gemakkelijk de projectontwikkelaar te verwijten dat deze bijzondere boom erbij ligt als brandhout.
Gewoon Dordt deelt de opvatting van het college dat er gebouwd moet worden, ook op plekken in en om de binnenstad. Het stoort ons wel dat er niet echt grondig is onderzocht of de boom behouden kon blijven. Dat je er als het ware omheen saneert. Het stoort ons ook dat de boom direct na de uitspraak is gekapt. Naar onze mening te snel en te overhaast. Zeker als je je op de borst klopt als gemeente omdat je de titel ‘Wereldbomenstad 2020’ hebt gekregen. Dan hoort je beleid consequenter te zijn. En dan streef je er, samen met partners in de stad, naar dat je oude bomen zoals deze moerascipres spaart. En als je dat niet doet, dan is je beleid echt ‘brandhout’.
Gertjan Kleinpaste
Gewoon Dordt
Bron: Dordt Centraal, Weekendeditie 06/03/2020
